Het herstellen van de ordeningen in de cel en de cel omgeving vraagt soms om een nog fijnere afstemming dan met de twaalf basiszouten, de Nrs.1-12, mogelijk is.

De hogere of aanvullende celzouten, de Nrs. 13 t/m 27, ondersteunen elk op eigen wijze de samenwerking en onderlinge coördinatie van de verschillende werkingsgebieden van de basiszouten. Bij de toepassing van een hoger celzout is het daarom essentieel ook de werkingsgebieden van de 12 basiszouten die door het inzetten van een hoger celzout in beweging gebracht worden te herkennen en waar nodig eveneens te ondersteunen.